
Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De heer H.M. de Jonge
De heer B.J. Bruins
Postbus 20350
2500 EJ Den Haag
Berkhout, 2 september 2019
Uw schrijven 1569909-194283-GMT d.d. 27 augustus 2019
Bijlage: brief Comité Orgaandonatie Alert inzake wetsvoorstel 35161
Op 27 augustus jl. schreef u ons dat u nooit een overweging heeft gemaakt over de minimale temperatuur waarop het hersendoodprotocol zou mogen worden doorlopen. U schrijft ook dat u heeft vertrouwd op het advies dat is opgesteld door de Gezondheidsraad (GR) en dat u zelf niet beschikt over medische expertise.
Tijdens de zitting van het Tuchtcollege voor de Gezondheid (zitting 18-06-2019) heeft de voorzitter van het Tuchtcollege aan voorzitter van de GR, de heer Van Gool, gevraagd waarom de GR voor de minimale lichaamstemperatuur van plus 32 °C heeft gekozen in plaats van de voor New York geldende minimale temperatuur van 36 °C. Het antwoord van de heer Van Gool was dat de GR van mening is dat het wel kan op 32 graden. Tijdens een conferentie over orgaandonatie te Breda (13 april 2019) is aan de heer Kompanje (adviseur van de GR) gevraagd waarom er voor een minimale lichaamstemperatuur van plus 32 graden is gekozen. De heer Kompanje kon hier geen zinnig antwoord op geven.
De minimale lichaamsptemperatuur van plus 32 graden staat al vanaf 1997 opgenomen in de hersendoodprotocollen.
In onze brief van 27 juni 2019 hebben wij u er op gewezen dat er wereldwijd verschillende inzichten bestaan in de keuze voor de minimale lichaamstemperatuur waarbij het hersendoodprotocol mag worden doorlopen. In ons schrijven is een overzicht opgenomen van Nederlandse instellingen waar wordt gesproken over hypothermie.
Het is van groot belang dat er in besluitvorming een zo groot mogelijke veiligheidsmarge wordt opgenomen voor de burgers.
De in Nederland geldende norm van plus 32 °C is niet veilig te noemen. 36 °C is wel een veilige norm, die ook buiten alle discussie zal staan als we rekening houden met hetgeen de WHO hierover stelt.
Nu u op dit moment de taak heeft om het hartdoodprotocol vast te stellen is het een goed moment beide protocollen bij te stellen. In het voorliggende hartdoodprotocol is zelfs geen minimale lichaamstemperatuur opgenomen. In de richtlijn voor lijkschouw wordt gewaarschuwd tegen het vaststellen van de dood bij onderkoeling, een richtlijn die op uw verzoek is opgesteld [1].
Op 1 mei 2019 schreven wij een brief aan de leden van de Tweede Kamer over het hartdoodprotocol. Het medische gedeelte is opgesteld door een arts uit ons Comité, een afschrift is wellicht ten overvloede hier bijgevoegd.
Het is ongeloofwaardig te stellen dat het testen van een hypothermische patiënt ongewenst is en gelijktijdig te stellen dat iemand die aan hypothermie lijdt getest mag worden. Wij verzoeken u dringend de norm voor de minimale lichaamstemperatuur in het hersendoodprotocol conform de definitie van de WHO op 36 °C te brengen en deze temperatuur ook op te nemen in het hartdoodprotocol dat binnenkort door u moet worden vastgesteld.
A Wood-de Haas
COMITE ORGAANDONATIE ALERT